Selecteer een pagina

Niets is wat het lijkt

Een beschamend moment

 

Ik zei het al eerder: In een ziekenhuis is het niet altijd kommer en kwel. Soms kun je er echt lachen zoals je in de vorige post hopelijk hebt ervaren. Maar het kan ook gebeuren dat je er – zoals ik – iets meemaakt waar je jaren later wel om kunt lachen maar op het specifieke moment het liefst tien meter de grond in had willen zakken.

Dit deed zich bij mij voor tijdens een opname voor een abces op mijn zitvlak. Dit abces veroorzaakte flinke koorts dus er moest iets gebeuren. Na kort overleg werd besloten het abces middels een kleine incisie open te maken. De beslissing viel redelijk snel, maar daarna moest ik flink op de chirurg inpraten opdat hij me niet onder narcose zou laten brengen. Ik heb namelijk op die plek geen enkel gevoel waardoor een verdoving totaal overbodig is, laat staan een narcose. Nadat hij me tig keren had gevraagd of ik het echt zeker wist ging hij overstag. Ik werd de operatiekamer in gereden, uiteraard liggend op mijn buik. Er was al een operatie assistente bezig met het klaarmaken van de verdoving toen de chirurg zei: ‘Nee laat maar, ik doe ’t zo wel even.’ De assistente keek hem aan met een blik die leek te zeggen: ‘vieze beul, ik geef je aan bij de tuchtcommissie’ waarna de chirurg haar toch maar besloot te zeggen dat ik spina bifida had en op die plek helemaal niets voelde. Gerustgesteld assisteerde ze de chirurg daarna bij de ingreep.

 

Douchen

Normaal gesproken zou iemand voor een dergelijke kleine ingreep niet opgenomen worden maar omdat ik me niet kon redden in huis na dit ingreepje, werd ik een week op de afdeling plastische chirurgie opgenomen. Ik mocht zitten maar moest wel toelaten dat ik geholpen werd bij transfers – ‘overstappen’ van de rolstoel naar het bed bijvoorbeeld – en ik mocht absoluut niet zelfstandig douchen omdat ik dan teveel zou bewegen. Ik moest in en uit het bad getild worden, wat in die tijd (begin jaren 80 van de vorige eeuw) best een klus was want tilliften waren in die jaren nog een bezienswaardigheid. Er moesten 3 verpleegsters aan te pas komen om me te helpen bij het douchen. Daarnaast moest ik twee keer per dag in de Badedas zitten om het wondje van de operatie goed schoon te houden en zo de kans op een infectie zo klein mogelijk te houden. Het tweedaagse Badedas ritueel ging meestal goed, maar leidde op één morgen tot mijn meest beschamende moment ooit.

Een nieuwe verpleegster stelde zich aan mij voor. Ze was niet echt nieuw maar ik had haar nog niet gezien omdat ze net terugkeerde van een vakantieperiode. Ik was blij dat ik mijn bloeddruk medicatie al achter de kiezen had want Marleen*  was een knappe, sexy blondine van ergens in de twintig. Nu val ik niet echt op blondines maar zij was absoluut bloedmooi. Ze vertelde me dat zij me ging helpen bij de dagelijkse douchebeurt. Mijn enthousiasme onderdrukkend vertelde ik haar dat ik dat prima vond maar dat er drie mensen nodig waren om mij te douchen omdat ik zelf niets mocht doen. De rest van het aanwezige personeel wist dat al waardoor het niet lang duurde voordat ik in het gezelschap van 3 verpleegsters naar de badkamer ging. Na het douchen – toch eenmaal nat en naakt – leek het me handig dat ik meteen maar in het badje met Badedas plaats zou nemen, dan had ik dat tenminste ook achter de rug. De verpleegsters vonden dat een prima idee maar dan moest ik wel naar de kleinere badkamer gaan waar alleen maar een badje was om in te staan. Op die manier kon het grote bad meteen weer gebruikt worden door andere patiënten. Zo gezegd zo gedaan: gehuld in een enorm badlaken werd ik naar de kleinere badkamer gereden. Ik had al vaker in dat badje gezeten, wat op zich best een komisch gezicht was omdat mijn benen over de rand omhoog staken. Het was immers bedoeld om in te staan dus niet groot genoeg voor een heel mens. In het badje plaatsnemen ging als volgt: twee verpleegsters namen me in beide armen en de derde ging vóór me staan om te zien of ik ook daadwerkelijk met m’n achterste in het badje zou belanden als de beide anderen me lieten zakken. Die derde verpleegster was die dag Marleen, die ik zoals gezegd net had leren kennen. Helaas stond ze veel te dicht bij me, waardoor het flink mis ging. Zoals ik al aangaf hingen mijn beide benen over de rand en doordat vooral mijn rechter been bijna niet kan buigen ging dit de hoogte in. Doordat Marleen te dichtbij stond belandde mijn voet precies in haar kruis onder de rok (in die tijd hadden de verpleegsters nog een rok uniform). Ze gaf een gil waarna de beide andere verpleegsters mij weer snel optilden. Daarmee werd het probleem alleen nog maar groter: een van mijn tenen bleef haken aan haar ondergoed waardoor haar slipje een seconde later aan mijn tenen bungelde! Ze trok haar uniform snel omlaag, ondertussen scheldend op haar twee collega’s. Die probeerden haar te troosten maar stikten intussen ook bijna van het lachen. En ik? Ik wist echt niet meer waar ik kijken moest! Hoewel ik geen schuld had aan het incident voelde ik me er de hele week toch rot over.

 

Wraak!

Marleen was niet boos op me; in tegendeel. Toen zij eenmaal van de schrik bekomen was liet ze de dagen erna geen kans voorbij gaan om me met het voorval te plagen. Zo moest ze een keer assisteren tijdens de dagelijkse ronde van de specialisten. Zij liep naast een specialist die was gekomen voor een van mijn kamergenoten, dus niet voor mij. Deze arts had gezien dat mijn voeten een beetje blauw waren. Het was nog redelijk vroeg in de morgen en ik had pas het dagelijkse doucheritueel achter de rug maar droeg nog geen sokken. Mijn benen worden niet erg goed doorbloed waardoor mijn voeten wat blauw worden, zeker als ze naar beneden hangen. De arts vroeg aan mij: ‘Goh meneer krijgt u zo geen koude voeten?’ Voordat ik de kans kreeg om antwoord te geven antwoordde Marleen daarop: ‘Nee hoor, hij warmt ze gewoon onder de rok van arme onschuldige verpleegsters.’ De arts keek me daarop niet begrijpend aan en ik werd roder dan een overrijpe tomaat. Marleen vertelde daarop in geuren en kleuren wat er een paar dagen eerder in de douche was voorgevallen. Haar ‘wraak’ was zoet: binnen no time wisten ook de andere artsen (waaronder de mijne) ervan. Gelukkig knipoogde ze wel naar mij waardoor ik wist dat ze me alleen maar eens goed wilde plagen.

 

Veranderingen

Toen ik een paar weken later voor een controle in het ziekenhuis was besloot ik nog even naar de afdeling te gaan waar ik een paar weken daarvóór had gelegen om te zien of er nog een bekende lag. De eerste die ik tegenkwam was Marleen, die me vertelde dat ze het ziekenhuis binnenkort ging verlaten. Ze was van plan in de psychiatrie te gaan werken. Een pittige keuze, wat zou haar daartoe hebben doen besluiten? 🙂 Het viel me trouwens ook op dat toen ik een paar jaar later in het ziekenhuis kwam – deze keer om iemand te bezoeken – de verpleegsters allemaal broeken droegen, net als hun mannelijke collega’s. Hmmmm, wat zou de aanleiding daar voor zijn geweest?

 

 

*De naam is gefingeerd